In geuren en kleuren

 

Weg naar De Hoevens 17 mei 2019
Riels Laag tussen Regte Heide en De Hoevens

17 mei 2019

In de stilte van de vroege ochtend, als de zon nog laag achter de heide staat, loop ik mijn vertrouwde route langs het Riels Laag. De rode gloed van zuring begint zich op veel plaatsen te mengen met het groen en geelbruin van bloeiende ranke grassen.

Twee koppen steken net boven het maaiveld uit: reeën; een bok en een geit. Ze hebben mij gezien, lopen kalmpjes weg en verdwijnen in een wilgenbosje. Tjiftjafs roepen ongedurig fwiet?. Hun jongen wachten stilletjes in het struikgewas tot ze bezocht worden (video). Grasmussen en tuinfluiters zingen uit volle borst. Een paartje zwartkoppen gedraagt zich erg nerveus. Ook hun jongen hebben het nest verlaten.

 

De kieviten boven de Lei voeren de een na de andere stootduik uit op een voor mij onzichtbaar gevaar. Ik loop een stuk om totdat ik midden in het stroomgebied van de Lei sta. Het riviertje sijpelt hier over een hoger gelegen strookje land. Daar komt het gevaar aanvliegen: een havik met iets in de poten. Dat zal wel een jonge kievit zijn. Hij vliegt laag over de bossen van Riels Hoefke, met wel dertig kraaien in zijn kielzog.

Overal hoor ik spreeuwen die niet lang geleden hun nestholen hebben verlaten. De naam spreeuw is verwant aan het Engelse sparrow, maar, vreemd genoeg, ook aan de naam van zijn belangrijkste roofvijand, de sperwer. Het etymologisch woordenboek doet er wat schimmig over; de taalgeleerden weten het kennelijk niet zo goed. Maar ik wil nog wel een suggestie doen over die herkomst: de naam ‘spreeuw’ is een treffende klanknabootsing van het geluid van net uitgevlogen jongen.

Onomatopee

Die klanknabootsende naamgeving, oftewel onomatopee, kennen we ook van koekoek, tjiftjaf en wielewaal. En als ik verderop in het Riels Laag verwaaide holle tonen, hoep-hoep-hoep hoor, weet ik dat ik opnieuw een vogel op het spoor ben die zijn naam aan zijn zang dankt. Maar het is niet een geluid dat je in onze contreien verwacht.

Het geluid hoort bij warme mediterrane streken. Daar heb ik ze geregeld zwart-wit zien dwarrelen door een boomgaard of een knus coulissenlandschap. Ik zag ze ook in kale stenige gebieden in Spanje en Portugal. In de Sahara ontmoette ik ze in minder goede doen: gecrepeerd tijdens de reis naar hun Afrikaanse wintergebieden. Upupa is hun wetenschappelijke geslachtsnaam, hop in gewoon Nederlands.

hop portugal
Hop in Portugal

 

Panfluit

Ik luister nog eens goed waar het geluid, zacht en zuiver als een panfluit, vandaan komt. Om dichterbij te komen, wurm ik me door wat struikgewas. De panfluit klinkt nu luider. Omdat ik de muzikant niet dieper het bos in wil jagen, ga ik op mijn driepootkrukje stilletjes aan de bosrand zitten, in de hoop dat hij zich spontaan laat zien.

Dat gebeurt. In een metershoge den zie ik hem zitten, kaarsrecht overeind. Dan buigt hij zijn kop, waarbij zijn dunne kromme snavel naar zijn tenen wijst, blaast zijn keel op, en produceert zijn drietonige strofe: hoep-hoep-hoep. Ik ben niet de enige die in de ban is van deze exotische gast. Een koolmees hipt nerveus om de nieuweling heen en een kraai voert zelfs een duikvlucht uit. Een fractie van een seconde spreidt de hop zijn kuif uit, zo sierlijk als de waaier van een Spaanse flamencodanseres.

 

Toelichting bij video: op de achtergrond klinken behalve allerlei vogels, waaronder een fitis, een groene kikker en een hinnikende dodaars. 

Drekhaan

In voorgaande eeuwen hebben hoppen hier en daar in Nederland gebroed. Hun vlinderachtige schoonheid heeft hen niet kunnen behoeden voor de weinig vleiende bijnaam ‘drekhaan’. Die danken ze aan hun stinkende nest dat ze bouwen in een boomholte.

Die reputatie van nestbevuiler genoten de hoppen al bij de oude Grieken. Ruim driehonderd jaar voor Christus beweerde Aristoteles dat de hop zijn nest voornamelijk van mensendrek maakte. Nozeman en Sepp namen dit idee over in hun Nederlandsche Vogelen 1770-1829. Zij voegden eraan toe dat die drek bijdroeg aan het verwarmen van de eieren.

Dat hun nesten stinken en dat ze hun eieren vuil maken, is juist. Maar dat hoppen er moedwillig een onhygiënische bende van maken, dat druist recht in tegen het idee van natuurlijke selectie. Er moet meer achter zitten, achter die stinkboel. Maar wat?

Het begint allemaal met de stuitklier. Bijna alle vogels hebben er een. Als ze poetsen kun je zien hoe ze met de snavel en de kop over de klier strijken en dan de was over hun lichaam en vleugels verspreiden. Zo houden de vogels hun vleugels schoon en waterafstotend.

De hop doet dat ook. Maar hij doet meer dan dat. Gedurende het broedseizoen groeit de stuitklier van het vrouwtje uit tot bovenmatige proporties. Daar komt dan een rare bruine prut uit die stinkt naar rottend vlees. Die smurrie smeren ze over de eieren.

Antiseptische olie

Die bruinige brij is dus geen mensendrek. Wat het wel is, daar kwamen Spaanse onderzoekers pas vijftien jaar geleden achter. Nadat ze antibiotica hadden gespoten in de stuitklier van een hop kwam er ineens een veel lichtere en dunnere vloeistof uit, vergelijkbaar met wat andere vogels produceren. Die antibiotica bleek een leger van bacteriën buiten gevecht te hebben gesteld.

De hoppen hebben dus bacteriën, vooral Enterococcus, te gast in hun stuitklier. Deze Enterococcus bacteriën produceren heel krachtige antibiotica waarmee ze weer andere bacteriën, die schadelijk zijn voor de veren van de hoppen, onschadelijk maken.

Diezelfde Enterococcus-bacteriën zetten de hoppen ook in om hun nageslacht te beschermen, zelfs als dat nog in het ei zit. De eieren van hoppen zijn niet zo glad als die van de meeste andere vogels: ze zitten helemaal vol met putjes die je alleen door de microscoop kunt zien. Het vrouwtje stopt die putjes dicht met dat dikke bacteriële brouwsel uit haar stuitklier. De onderzoekers vermoeden dat de hoppen zo een soort schuttersputjes op hun eieren hebben met wachters erin die, gewapend met antibiotica, voorkomen dat vijandige microben via de poriën het ei binnendringen en daar een kolonie stichten. Die kwalijk riekende prut is dus een anti-septische olie.

Eén vraag blijft hangen: waarom zijn de hoppen tijdens hun evolutie bacteriën gaan inschakelen ter beschermingen tegen weer andere microben? Waarom hebben ze niet de weg gekozen van de meeste andere vogels: gewoon je het nest goed schoonhouden?

Spuitgasten

Misschien heeft het te maken met de wijze waarop jonge hoppen zich verdedigen tegen ongewenste nestbezoekers: die spuiten ze onder met hun uitwerpselen. Door die tactiek verliezen indringers snel hun enthousiasme. En dat spaart levens. Daar staat tegenover dat het een enorme bende wordt, waardoor infecties op de loer liggen.

Als je met zoveel ontlasting een aantrekkelijk leefmilieu maakt voor ziekteverwekkers, heeft het weinig zin om te proberen de boel schoon te houden. Je kunt beter een verbond aangaan met bacteriën die voor jou de strijd aanbinden met die lastige microbiële indringers.

En dat is precies wat de hoppen doen.

__________________________________________________

Bronnen:

Martínez-Garcia A, Martín-Vivaldi M, Rodriguez-Ruano SM, Peralta-Sánchez JM, Valdivia E, Soler JJ. 2016. Nest bacterial environment affects microbiome of hoopoe eggshells, but not that of the uropygial secretion. PlosOne 11:e0158158.

Martín-Vivaldi M, Soler JJ, Peralta-Sánchez JM, Arco L, Martín-Platero AM, Martínez-Bueno M, Ruiz-Rodríguez M, Valdivia E. 2014. Special structures of hoopoe eggshells enhance the adhesion of symbiont-carrying uropygial secretion that increase hatching success. Evolutionary Ecology.

Soler JJ, Martín-Vivaldi M, Peralta-Sánchez JM, Arco L, Juárez-García-Pelayo N. 2014. Hoopoes color their eggs with antimicrobial uropygial secretions. Naturwissenschaften 101:697-705.

Young, E. 2014 The bird that paints its eggs with bacteria. National Geographic online, 2 juli.

Nozemann C, Sepp C. 1770-1829. De Nederlandsche Vogelen. Lannoo | Koninklijke Bibliotheek (fascimile).

Aristoteles. 4e eeuw v. C. Historia animalium(Engelse vertaling door Richard Cresswell: History of Animals, 1862. London: Henry G. Bohn).

 

6 Comments

Add yours →

  1. Geweldig stuk Piet. Met plezier en bewondering gelezen. Vriendelijk gegroet Wil

    Like

  2. Loetje van Wijk juni 19, 2019 — 11:00

    Ha Piet,
    Ik geniet telkens weer van je blog. Meestal in stilte maar nu kan ik het niet laten om even te reageren, want ja: ook ik ben in de ban van de hop. In deze periode van het jaar hoor ik hem voortdurend bij onze stek in Frankrijk. Enkele weken geleden in één uur tijd wel drie hoppen voorbij zien komen, waarvan één die zijn vaste fourageplek lijkt te hebben gevonden voor ons huis. Ik had niet gedacht dat hij ook hier in NL op de Regte Heide voorkwam!
    Loet

    Like

  3. Willy van den Boer juni 20, 2019 — 09:26

    Top weer Piet! Heerlijk om te lezen!

    Like

Plaats een reactie