De lijster heeft veel noten op zijn zang

 

25 februari

Vijf voor half acht, tien minuten voor zonsopkomst. Het is vrijwel onbewolkt, maar er staat een stevig windje, 4 Beaufort, schat ik.  Om 7.31 uur landt een spreeuw in de abeel; kort daarna nog enkele. De andere spreeuwen, waaruit ze ze zich hebben losgemaakt, zijn verder gevlogen. Na 5 minuten is de abeel ineens leeg. De oorzaak komt laag over de bomen aanvliegen: een mannetje havik. Twee minuten later komt één spreeuw terug. Met zijn bekende deuntje maakt hij zich bekend: het is de ‘meerkoetspreeuw‘.

Aan de overkant, langs de heide zingt een zanglijster. Ik ga erheen. Op een meter of dertig van hem vandaan blijf ik staan. De lijster zingt lustig door. Het ene motiefje, vaak even herhaald, volgt op het andere. Tussen elk motiefje laat hij een korte pauze vallen, alsof hij de luisteraar gelegenheid geeft de noten even op zich in te laten werken voordat hij weer verder gaat. 

 

 

Vanaf de heide klinkt intussen een geelgors. Die hoor ik dit jaar voor het eerst. Vergeleken met de zanglijster en de spreeuw maakt de geelgors zich er gemakkelijk vanaf. Zijn deuntje is steeds hetzelfde. Velen herkennen er het aanvangsmotief in van de vijfde symfonie van Beethoven. De Engelsen horen iets heel anders: a little bit of bread and no cheese.

 

Een rijk repertoire

Wat willen de vogels eigenlijk zeggen met hun zang? En waarom heeft de zanglijster – net als de spreeuw overigens – zoveel meer woorden nodig dan de geelgors? Biologen worstelen al vele decennia met deze vragen. Verklaringen buitelen over elkaar heen zonder dat er een winnaar boven komt. Dat neemt niet weg dat er heel strijdbare hypotheses zijn bedacht. Zoals die van John Krebs. Hij had het boek Beau Geste van Percival Wren gelezen, een avonturenroman over het Franse vreemdelingenlegioen. Drie broers zijn verschanst in een fort in de woestijn waar ze worden belegerd door Tuaregs. De ene na de andere soldaat wordt neergeschoten. Maar niet alles is verloren. De broers zetten de dode soldaten stuk voor stuk, met geweer in de aanslag, tussen de kantelen en in de schietgaten van het fort, waarmee ze de aanstormende vijand de illusie geven dat de vesting nog volledig bemand is. Zou de veelheid van zangmotieven van deze zanglijster potentiële indringers niet op dezelfde wijze de illusie moeten geven dat niet één maar vele lijsters zingen, dat vele territoria in het gebied dus al bezet zijn zodat de nieuwkomer zijn heil beter elders kan beproeven? Het idee van Krebs leek te worden bevestigd in een experiment met koolmezen: vogels met een groter repertoire wisten meer nieuwkomers uit hun gebied te weren. Toch kan het idee niet van toepassing zijn op onze zanglijster. Als deze de suggestie wil wekken dat er niet één maar meer zanglijsters zitten te zingen, moet hij ten minste bij elk zangmotief even ergens anders gaan zitten. En dat doet de zanglijster juist niet. En waarom slooft de lijster zich zo uit, terwijl de geelgors met een simpel deuntje kan volstaan? Er moet meer aan de hand zijn.

Pavarotti

De zanglijster is de Pavarotti onder de lijsters. Zijn zang is veelzijdiger dan die van bijvoorbeeld merel en koperwiek. Onderzoekers ontdekten dat lijsters met een veelzijdige zang, zoals zanglijsters, vaker zingen dan lijsters met een eenvoudiger zang, zoals de koperwiek. Wil een vogel die veel en langdurig zingt dat het signaal dat hij met zijn zang afgeeft de toehoorders blijft prikkelen, dan moet hij niet steeds hetzelfde zingen, maar juist veel variatie inbouwen. Vogels met een monotoon deuntje kunnen daarentegen beter niet te vaak zingen om te voorkomen dat de luisteraars verveeld raken en het liedje zijn effect verliest. 

Maar nu weten we nog niet waarom de ene soort een rijker repertoire heeft dan de andere. De sleutel tot het antwoord is misschien wel te vinden in twee functies van vogelzang: aantrekken van vrouwtjes en afschrikken van rivalen. Vogels met een simpel, monotoon, liedje steken vooral energie in het afschrikken van rivalen. Door het liedje van een concurrent na te bootsen kunnen ze hem intimideren; daar is geen ingewikkelde compositie voor nodig. Telkens zingt hij een stukje, stopt even om te luisteren of er een rivaal antwoordt en gaat weer verder. Maar niet te lang. Bij teveel herhaling maakt het immers geen indruk meer. Daarom zingen vogels met monotone liedjes maar mondjesmaat.

Rivaal of geliefde

Die zanglijster daarentegen, die zingt de longen uit zijn lijf. Als de geelgors er al lang de brui aan heeft gegeven, zingt hij door dat het een lieve lust is. Het ene zangmotief volgt op het andere. Hij zingt echter niet zozeer om rivalen af te schrikken, het is hem vooral om de belangstelling van de vrouwtjes te doen. En zij houden van complexe composities. Daaraan kunnen ze de gezondheid van de mannetjes aflezen: alleen mannen in topconditie kunnen zo’n gloedvolle serenade ten beste geven. De vrouwtjes kunnen er zelfs behoorlijk opgewonden van raken. Bij kanaries heeft men dat heel duidelijk aangetoond: naarmate een vrouwtje naar een virtuozer mannetje luisterde, ging ze eerder een nestje bouwen en legde ze eerder eitjes. De zanglijster hoeft geen lange pauzes in te lassen om te luisteren of er antwoord komt. Hij wacht niet op antwoord van rivalen. Hij wacht op damesbezoek.

~~~~~~~~~~~~~~~~~

Bronnen:

Ince S.A. & Slater P.J.B. 2008. Versatility and continuity in the songs of thrushes Turdus spp. Ibis 127:355-364.

Krebs C. 1977. The significance of song repertoires: the Beau Geste hypothesis. Animal Behaviour 25:475-478.

Vallet E., Beme I. & Kreutzer M. 1998. Two-note syllables in canary songs elicit high levels of sexual display. Animal Behaviour 55:291-297.

IMG_1989-2

3 Comments

Add yours →

  1. Willy Boer van den maart 8, 2020 — 08:06

    Dank weer voor deze info!

    Geliked door 1 persoon

  2. therese de Vries maart 8, 2020 — 15:06

    Piet wat een verrukkelijk verhaal. vanmorgen hoorde ik voor het eerst, wonend op Nieuwkerk, de tjiftjaf.
    Kijkend naar buiten zie ik twee kleine bonte spechten in mijn ‘pindakaasboom’ Clerodendron voor het raam.
    Ik hou me aanbevolen voor je verhalen.
    Wij hebben elkaar ontmoet bij de LOG over de processierups. 20 maart een gesprek op de gemeente.
    dank en tot ziens, Therese de Vries

    Like

Plaats een reactie