IJle tonen in zwaar weer

3 februari 2020

De eerste aanwijzing kwam een week geleden. Als ik niet zo dicht langs hem was gelopen, was hij niet eens opgevlogen. Verschrikt schoot hij onder een heidestruikje vandaan, riep een bescheiden tsjiruup en verdween weer in het struweel.

Eén maandag later loop ik weer in de richting van het gebied dat ik hun ‘epicentrum’ ben gaan noemen. Er staat een stevige westenwind die af en toe wat fijne druppels meeneemt. Een oude man die ik hier vaker tegenkom spreekt me aan. Dat het maar stil is hier, niet veel te zien. Nee, neem dan Huis ter Heide, daar is het veel rijker. Maar goed, voegt hij toe, met deze de straffe wind komt überhaupt geen vogel van zijn plaats. Ze zullen wel wijzer wezen.

IMG_1854-3

Hemelwaarts

Ik loop verder, denkend aan mijn ontmoeting van vorige week. Zodra ik het epicentrum betreed, weet ik dat het zover is. De eerste vliegt omhoog. Hij kwinkeleert, stijgt snel op, hoger en hoger, beheerst flappend met zijn vleugels alsof de wind hem koud laat. Hij wordt steeds kleiner totdat hij een stip is tegen de donkere wolken. Een tweede gaat omhoog, alsmaar kwetterend. En een derde. De mensen die even verderop wandelen jagen er ook wat op uit de hei. Ook deze vogels klimmen hemelwaarts met rollende en fluitende tonen. De veldleeuweriken zijn terug. 

 

Een argeloze wandelaar op de heide die deze uitbundige zang hoort uit vele kelen tegelijk, zou misschien niet vermoeden dat de veldleeuwerik op de Rode Lijst staat. Een vogelsoort die op de Rode Lijst belandt bevindt zich in zwaar weer. De populatie van zo’n soort neemt zo onrustbarend snel af dat de overheid aan de bel trekt. Die ‘overheid’ is eigenlijk vooral SOVON Vogelonderzoek, want die organisatie zorgt ervoor dat broedvogels en wintervogels regelmatig worden geteld door vrijwilligers. Berekeningen over de stand van populaties laten ze vooral over aan het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS). Die kwam in 2017 met de schrikwekkende berekening dat er sinds 1960 tegen de 1 miljoen veldleeuweriken zijn verdwenen, zo’n 70 procent van de populatie. In grote delen van ons land zijn geen veldleeuweriken meer te bekennen.

Tel uw zegeningen

Toch, ondanks alle treurnis moeten we ook onze zegeningen tellen. De vele veldleeuweriken die hier op de Regte Heide broeden, zijn voorwaar iets bijzonders. De visserijbioloog Daniel Pauly heeft erop gewezen hoe we als mensheid ongemerkt steeds onze uitgangspunten verschuiven. Mensen die nu ter wereld komen hebben geen idee hoeveel veldleeuweriken – en andere vogels – er ooit boven Nederland fladderden. De jongeren zien de achteruitgang van veel soorten niet omdat ze niet weten hoe het was.

Daarom is het zo belangrijk dat instanties als CBS en SOVON de stand van populaties in perspectief blijven zetten. En daarom is het belangrijk dat we verhalen blijven vertellen. Zodat we steeds weten wat er op het spel staat. Zodat we voorkomen dat grote en kleine medebewoners van onze planeet stilletjes via de achterdeur verdwijnen.

 

Plaats een reactie