[Column verschenen in: Thuis in Zorgvlied, Wijkkrant van, voor en door de inwoners van de wijk Zorgvlied, Tilburg, juni 2022]
Heeft u het meegekregen, van die wilde tuin? Dat initiatief van NRC en de Tilburgse universiteit? Het gaat erom dat je een deel van je tuin, minimaal een vierkante meter, leeg maakt en een tijdlang helemaal onberoerd laat. Niets aanplanten, niet schoffelen, niet water geven, gewoon zijn gang laten gaan. Weinig dingen zijn voor de meeste mensen moeilijker dan los te laten, zomaar te laten gebeuren. Wellicht dat de initiatiefnemers juist daarom meteen al een ontsnappingsroute aanboden voor dit radicale experiment: je mag er best zelf een plantje in zetten. Maar dan verder erafblijven. En afwachten wat er gebeurt. Met je tuin. En met jezelf.
Ik rook een kans en meldde me aan. Mijn vrouw stond me grootmoedig toe een perceeltje van één bij drie meter helemaal aan het project te wijden. Ik liet er geen gras over groeien en ging de dag erop aan de slag – ze zou zich immers nog kunnen bedenken. Alles ging er met wortel en tak uit. De aarde nu was woest en ledig.
Ik had altijd al moeite gehad met die extreme netheid in tuinen, met die drang alles te ordenen, onder controle te houden. Hoe alle planten kant en klaar in potten worden gekocht, een kaartje eraan met de naam van de kweekvorm. Bijna alles is ook nog eens van uitheemse herkomst, Japans meestal. Dat is al zo sinds Philipp Franz von Siebold in de negentiende eeuw een menagerie aan planten uit Japan meebracht. Ze waren bestemd voor de botanische tuin in Leiden, maar gaandeweg bereikten ze elke tuin in ons land. Hosta, hortenzia, azalea, bij wie staan ze niet? In wiens tuin groeien nog inheemse planten? Ik heb dat altijd vervreemdend gevonden, al dat instantane exotische kweekgoed, waartussen elke plant die zich spontaan wil vestigen in één ruk als onkruid wordt geëlimineerd. Simpelweg omdat hij niet in het inrichtingsplan past.
En nu zit ik mij te verkneukelen in mijn eigen wilde tuin. Hier en daar komen al wat langwerpige groene blaadjes boven de grond, in stelletjes van twee. Echte blaadjes zijn het niet, maar zaadlobben. Daarin zit het reservevoedsel voor de plant waarmee die zijn stengel en echte blaadjes kan laten groeien. Die blaadjes zullen er heel anders uitzien dan de zaadlobben. Zo blijft het nog even een verrassing welke plant zich hier probeert te vestigen. Alleen al met die onvoorspelbaarheid kom ik wat dichter bij wat natuur is. Ik kan niet wachten op wat er de komende jaren in mijn kleine wildernis gaat gebeuren.
Terwijl ik zo over mijn prille aanwas gebogen zit, komt mijn vrouw naar buiten. Ze kan prima met mijn plannetje leven. ‘Tenslotte’, zegt ze, ‘duurt dat experiment van die wilde tuin maar een jaar. Kunnen we er volgend jaar weer een tuin van maken’.
Lekker laten verwilderen. Is dan een verrassing wat er zoal uit komt.
LikeLike
Mooi gevoel voor humor. Of, maar moeilijk voor te stellen, ze had het niet helemaal begrepen.
LikeLike
Ze had het prima begrepen, Toine…
LikeLike