5 oktober 2021
Alsof ze op hun slaapplaats de wekker hebben gezet: drie minuten voor zonsopkomst vliegen honderden spreeuwen in waaiers over het beekdal. Ze zijn op reis, naar het zuiden van Engeland, of misschien naar Frankrijk. Ze verdwijnen in de verte. Grauwe ganzen dalen af naar het beekdal. Zij komen hier uit de buurt, de meeste zullen hier ook wel gebroed hebben. Omdat zwevend landen de ganzen te traag gaat, wentelen ze beurtelings om hun as om de wind om even uit de zeilen te halen. Ik hoor overslaande stemmen van kolganzen. Die komen wel van verre gevlogen, uit Siberië vermoedelijk.

Ik wandel om het kruidenveld heen tussen beekdal en heide. De hemel is staalblauw. Honderden vinken, groenlingen, kneutjes vliegen over. Sommige dalen af naar een haag met meidoorns, eiken en berken. Daar klinkt ook de zang van een tjiftjaf en de schorre roep van een geelgors. Maar de meeste vogels vliegen verder. Ze zien ongetwijfeld het grote grijze gordijn aan de westhemel dat langzaam deze kant op schuift. Er komt regen aan. Zolang de doorgang naar het warme zuiden nog vrij is kunnen ze het beste vaart maken.


Onophoudelijk vliegen ze over, een paar snelle vleugelslagen afgewisseld met een lange glijfase waarin ze als een projectiel door het luchtruim suizen. Tussen het djuup-djuup van de vinken door hoor ik het hese kèèèp van de kepen. Er zijn ook veel kneutjes bij, vooral jonge vogels.
Kraaien en de gaaien vliegen druk af en aan naar het eikenbos. Zij hamsteren voor de winter. Met lege kroppen gaan ze heen, met uitpuilende kroppen komen ze terug. In de meeste gevallen nog een extra noot in de snavel. In de krop van een gaai schijnen minstens zeven van die eikels te passen. Ik vermoed dat de vogels extra hard werken, omdat de eiken en beuken dit jaar een schamele opbrengst hebben. Mits ze de plekjes waar ze de eikels verstoppen goed onthouden kunnen ze er de winter mee doorkomen.


Hoog in de lucht zweeft een slechtvalk. Die zal ook wel op trek zijn. Een stuk lager, en daarmee een stuk gevaarlijker, zweeft een sperwer. Die heeft het op de reizende zangertjes gemunt. Een eind verderop cirkelt hoog in de lucht nog een roofvogel. Hij is donker, heeft brede gevingerde vleugels, en een slappere vleugelslag dan een buizerd. Even de telescoop erbij: een vrouwtje bruine kiekendief. Ook op weg naar Afrika.




Tegen het middaguur is het grijze gordijn al heel dichtbij gekomen. Het begint wat harder te waaien. Ineens zijn er veel meer boerenzwaluwen die op verwaaide insecten jagen. Zwaluwen zag ik de laatste weken nauwelijks meer. Deze vogels behoren tot de laatste reizigers die hier langskomen op hun route naar Afrika. Ze jagen onverstoorbaar verder terwijl het grijs over het blauw schuift. Nog steeds vliegen er vinken over. Ze glippen door de laatste kieren in het gordijn.
Niet lang daarna trekt de wind nog wat aan en vallen de eerste druppels.
Hoi Piet, een prachtig stuk en de foto’s zijn weer geniaal! Jij ziet op een ochtend meer vogels dan ik de afgelopen weken bij elkaar! Tot gauw weer, ik ben inmiddels ook regelmatig herfsttaferelen aan het aquarelleren, zolang het nog niet te koud is. Groetjes! Jan
>
LikeLike
Dank je wel, Jan. Goed nieuws dat je de penseel weer hebt opgepakt om de herfst in watertinten te vatten. Dat wordt mooi, daar twijfel ik niet aan!
LikeLike
Weer een Prachtig schrijven je Piet ! Ik geniet er telkens weer van om het schrijven van , en de mooie Foto’s er bij!!
Groeten en Succes Piet
Harrie Timmermans.
LikeLike
Doet me deugd, Harrie, dat je ’t mooi vindt. Groeten terug.
LikeLike
Mooi Piet !
Even weg van de werkelijkheid die op mijn bureau ligt.
LikeLike