Inbraakpreventie

21 april 2021

Ik heb er al een halve dag opzitten, maar omdat het zo zonnig is, besluit ik rond het middaguur nog even naar het gebied van de Halve Maan te gaan. Met deze warmte zullen de grijze zandbijen (Andrena vaga) wel actief zijn. Bovendien staan de wilgen in bloei. Ik heb ergens gelezen dat zandbijen voor hun nageslacht op wilgenstuifmeel aangewezen zijn. Een kruispunt van zandpaden in het midden van het gebied is door de beheerders met linten afgezet. Daar kunnen de graafinsecten ongestoord hun gangen graven. Er is inderdaad volop leven. Insecten vliegen onrustig laag over de grond heen en weer, andere zijn druk aan het graven, weer andere lopen er kris-kras doorheen, maar vast niet lukraak.

Er gebeurt zoveel om me heen dat ik mezelf moeten dwingen om niet voortdurend van het ene schouwspel naar de andere te zappen. Ik concentreer me voorlopig op het mollige asblond behaarde insect dat met een flinke dosis geel stuifmeel aan de poten druk aan het graven is. Dit is een vrouwtje. Aan de rulheid van het zand te zien, graaft ze hier niet voor het eerst, maar verschaft ze zich toegang tot een bestaand nesthol dat afgesloten was.

Ik weet weinig van zandbijen, dus ga er maar eens goed voor zitten. Ze krabt de grond open en begint dan ijverig te graven. Snel wint ze diepte wat aangeeft dat ze inderdaad een bestaande gang gebruikt. Dan, terwijl ze druk aan het graven is, wordt ze belaagd door een insect dat een stuk slanker is dan zijzelf. Dat is een mannetje dat nog snel probeert met haar te paren voordat ze haar eitje daar ergens beneden, vermoedelijk decimeters diep, in een broedcel gaat leggen. Ze graaft onverstoorbaar verder. Ze gaat zelfs zo diep dat ze geheel onder het zand verdwijnt, alsof ze zichzelf begraaft. Ik weet niet wat ik zie. Stikt ze niet?

Ademkoepel

Ze leeft nog, want het zand komt weer in beweging, ze is druk met iets bezig daarbeneden. Dan ineens wordt het zand omhoog gedrukt en komt er een klein torentje overeind. Daarna geen beweging meer. Ik ga ervan uit dat ze een nestuitgang heeft gemaakt waarvan de wanden op een of andere manier zijn verstevigd zodat de boel niet instort. Ik kan de opening niet zien, maar ik vermoed dat die dun genoeg is om zuurstof door te laten, een soort ademkoepel. Lange tijd zit ik gespannen naar dat torentje te kijken. Intussen zit zij ongetwijfeld diep onder de grond. Ze zal daar een eitje leggen en daar de stuifmeel op afzetten, zo stel ik me voor.

Ondergronds werpt de grijze zandbij een kokertje op.

Pas na vijftig minuten komt het zand in beweging. Bij de top van het torentje komt ze naar buiten. Ze is volkomen met zand gepaneerd. Ze maakt haar ogen schoon en harkt nog wat zand over haar holletje om alle sporen naar de ingang weg te werken. Dan vliegt ze weg. 

Vrouwtje zandbij komt weer boven, gepaneerd.
Schooier op bezoek

Vlak naast haar holletje is alweer een ander vrouwtje van de grijze zandbij aan het graven. Zelfde procedure. Maar nu komt er iets bij. Letterlijk. Want meteen nadat deze zandbij was geland, was er vlak naast haar ook een vliegje afgedaald dat nog het meest lijkt op de kleine kamervlieg (Fannia canicularis). De vlieg zit pal naast de zandbij, zo dichtbij dat hij steeds even opzij moet springen als hij bij het graven in de weg loopt. De graafster lijkt zich niets van zijn aanwezigheid aan te trekken. Ik krijg een vermoeden wat die vlieg hier doet. Die staat als een zwerver aan de achterdeur van een restaurant te wachten of er een kliekje voor hem overblijft. Dat stuifmeel zit boordevol eiwitten, daar zal hij wel wat van lusten.

Maar hoe dan? Zojuist heb ik immers gezien dat de zandbij zich helemaal ingraaft, dat ze met stuifmeel en al verdwijnt. Waarom doet die vlieg nog moeite om te schooien? Ik wacht met spanning op wat er komen gaat. De bij graaft ijverig door en gaat dieper en dieper. Dan, vlak voordat zij helemaal onder het zand verdwijnt, spurt de vlieg dichterbij en floept, net voordat de laatste paar zandkorrels het gat bedekken, met de bij naar binnen. De vlieg grijpt bliksemsnel met zijn voorpoot een grashalm, en begint dan achterwaarts met alle macht grond weg te trappelen om de ingang open te houden. Daar is de vlieg niet op gebouwd, bovendien is elke zandkorrel voor hem als een rotsblok. Dan raakt ook hij bedolven en is hij samen met de bij begraven. Maar dat duurt maar een oogwenk, want dan werkt het vliegje zich toch weer naar buiten. In zijn onderaardse avontuur heeft hij ongetwijfeld wat stuifmeel van de zandbij weten af te troggelen. Maar dat zal voor de zandbij geen aderlating zijn.

Eitje dumpen

Zou de zandbij daarom zijn hol zo zorgvuldig afsluiten? Om te voorkomen dat er horden kamervliegen naar binnen kruipen om zijn stuifmeel te stelen? Vast niet. Eén reden om zijn hol af te sluiten kan ik wel bedenken. Die gedachte komt op nadat ik eens wat beter ben gaan rondkijken naar de andere insecten in de buurt. Een ervan wandelt opvallend vaak over de nestholen van zandbijen heen. Die is duidelijk ergens naar op zoek. Of wacht kansen af, net als de kamervlieg. Het dier heeft een glad achterlijf met de geel met zwarte tekening van een wesp. Zijn borststuk en poten zijn roodbruin en behaard. Zijn antennes zijn opvallend dik en stevig.

Roodharige wespbij probeert het nest van een grijze zandbij binnen te komen.

Het is een roodharige wespbij (Nomada lathburian). Die leven als koekoeken. Zandbijen zijn als gastouders hun favoriet. Er lopen hier nogal wat van die wespbijen rond. Een wespbij begint ineens druk te graven, op een plek waar ze een nestingang vermoedt. Daarin probeert ze een eitje van zichzelf naar binnen te smokkelen. Met hen in de buurt kan ik me voorstellen dat de zandbij de poort zorgvuldig dichthoudt, niet alleen als ze van huis gaat, maar ook als ze in haar broedkamers aan het werk is.

5 Comments

Add yours →

  1. Jozef van Erve april 26, 2021 — 11:26

    Weer wat geleerd . Bedankt

    Like

  2. Wim en Annemiek april 26, 2021 — 11:54

    Dag Piet,

    Weer een interessant verhaal! Het doet me denken aan alle verhalen die ik als eindredacteur van het boek ‘De Kaaistoep’ onder ogen kreeg. Daarin staan veel waarnemingen over dit soort zaken die je beschrijft. Misschien ken je het boek, anders is het een aanrader voor je.

    Weer bedankt voor dit stukje. O ja, in juni-juli graven op dezelfde paden rond de Halve Maan de pluimvoetbijen hun holletjes uit. Ook heel mooi om te zien. De mannetjes van die bijen overnachten aan een grasstengel buiten een holletje, de vrouwtjes in het holletje. Althans dat heb ik destijds zo waargenomen.

    Hartelijke groet,

    Willem van Kruijsbergen

    Like

  3. Een mooie maar harde wereld daar. Boeiend beschreven en echt geweldig gefotografeerd. Hoe doet ie dat toch? Met 6 lenzen om zijn nek, van macro tot ultra groothoek en ultra telelens? En dat zonder lawaai?

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: