14 april 2021
Het staat in de wolken geschreven dat er vandaag iets bijzonders gaat gebeuren.
Koud is het om te beginnen. De rijp ligt nog over de velden. Vanuit het beekdal klinkt het klagende grut-o-grut-o-grut van de langbenige steltloper. Ook hij lijkt te vinden dat het voor deze tijd van het jaar toch echt te koud is. Maar zingen doet hij dus wel, net als de blauwborst bovenop een braamstruik in het beekdal. En evenals de gekraagde roodstaart, die ik dit jaar voor het eerst weer hoor. En boompiepers, die zingen de longen uit hun lijf. Er zijn er heel wat bijgekomen sinds vorige week. Uit boomkruinen stijgen ze zingend op, met strofes die lijken op de vinkenslag, om vervolgens tsieuw-tsieuw-roepen aaneenrijgend, als een kanarie, weer op hun plekje terug te keren. Op de rand van bos en hei zingt een grasmus, ook weer teruggekeerd. Een tjiftjaf gaat zacht tsjip-tsjip roepend, anders dan zijn karakteristieke zang, opzichtig flappend met zijn vleugels van tak tot tak. Het lijkt wel een knipperlicht en, hoe klein het vogeltje ook is, het trekt zelfs op grote afstand de aandacht. En dan die geelgorzen, die zingen ook weer volop. Een van de felgele zangers laat me zomaar onder zijn boom doorlopen terwijl hij de kop in de nek gooit en triomfantelijk zijn Beethovensymfonie eruit gooit. Achter hem proberen de berken voorjaarskleuren uit. Voor mij is het een beetje winters handschoenenweer, voor de rest is het gewoon voorjaar.


Groot alarm
Ik wandel naar het elzenbroekbos. Frisgroene bladeren van gele lissen komen als messen uit de bodem van het moeras. Bij de grote oude eiken die langs het elzenbroekbos staan, ga ik er even bij zitten. Ik hoor spreeuwen. En voor spreeuwen neem ik graag de tijd. Ik zag ze net naar het veld vliegen, dus zal het nog wel even duren voordat ze terugkomen. Intussen trekt hoog in een zwarte els gefladder mijn aandacht. Het is een vrouwtjesvink. Ze bouwt een nestje in een takvork. Ze vliegt af en aan en propt ijverig stukjes mos in de rand van het nest. Het begint al aardig wat te worden. Ik zet het tafereeltje in de telescoop, schenk vanuit de thermos wat koffie, en ga eens rustig van dit ambacht genieten. Dan breekt achter mij een hels kabaal los. Kraaien. Zo hevig heb ik kraaien nog nooit tekeer horen gaan. En zovele bij elkaar, juist in een tijd dat ze zich in stelletjes met nestelen zouden moeten bezighouden.

Hier is iets groots aan de hand. Ik breek snel op, een klodder modder belandt in mijn volle koffiemok. Einde koffiepauze. Op een draf ga ik naar de plaats waar het geluid vandaan komt. Het komt uit een bos waar heel veel hoge sparren dicht opeenstaan. Ik loop eromheen. De kraaien scheren luid scheldend over de boomtoppen. Ik steek een droge greppel over om in het bos te komen. Ik kijk langs de lange stammen omhoog. Zwarte vlerken glijden als vleermuizen tussen de kruinen door. Dan vliegt er onder geklapper van vleugels die tegen takken stoten een reusachtige vogel uit de boom. Een rossig gekleurde uil. Dat kan er maar een zijn: een oehoe.
De vogel vliegt oostwaarts over dennenbomen weg, de kraaien er achteraan. Ik volg het voorbeeld van de kraaien. Terwijl ik omhoogkijkend in een dennenbos het geluid van de kraaien volg, klinkt een luid en helder kjè-kjè-kjè. Een havik. Die heeft de grote vreemdeling van het woud ook ontdekt. Afgaande op het gekrakeel van de havik loop ik om het bosperceel heen. Daar zie ik de havik vliegen. Luid roepend voert hij duikvluchten uit op de boomtop van een fijnspar.
De kraaien gaan ervandoor, die laten het klusje aan de havik over. Bovendien zijn ze als de dood voor de roofvogel. Na een tijdje trekt ook de havik zich terug. Alleen de mezen schelden nog. Ik doe een stap naar voren het bos in en kijk omhoog. Ik kan de uil niet vinden. Maar dan vliegt hij op, zuidwaarts, richting België.
Misschien dat de reus daar wat meer rust vindt. Daar hebben ze in elk geval wat meer respect voor autoriteit.
Wat een sensatie! Geweldig! Knap werk dat je dit zo hebt geobserveerd en gefilmd. Groetjes, Jan
LikeLike
Geweldig om te lezen en min of meer mee te mogen maken!
LikeLike
Echt spannend…. ik zat op het puntje van de stoel te lezen….
Een Oehoe is toch zelf ook een roofvogel… Of niet?
LikeLike
Veel dank! Een oehoe wordt meestal niet tot de roofvogels gerekend, maar hebben natuurlijk wel leefgewoonten, zoals het jagen op prooien met ze gemeen.
LikeLike
Mooi bericht Piet, je beleeft het toch een beetje mee. Met de koffie nog heel
LikeLike