[Column verschenen in: Thuis in Zorgvlied, Wijkkrant van, voor en door de inwoners van de wijk Zorgvlied, Tilburg. December 2020]
Het was zomer toen de bosmuizen besloten hadden in het haardhok te gaan wonen. De mensen hadden er grote houtblokken in opgetast. Geen betere beschutting tegen weer en wind! Hier zouden ze het ook in de winter prima uithouden. Zo leek het toen.
De winter was gekomen. Twee bosmuizen keken door een spleet tussen blokken door naar buiten. Het was guur. Natte sneeuw kleefde aan hun snorharen, valse trek kroop onder hun vacht. Ze keken naar de mezen die aan vetbollen bungelden, luisterden naar hun contente gefluit. Die werden verwend. Zij wel! Een paar weken geleden was het begonnen. Houtblokken verdwenen, een voor een. Er kwamen enorme tochtgaten. Uitgerekend nu het kouder werd. De muizen begrepen er niets van.
Een bosuil landde in de lindeboom. Zonder te bewegen luisterde hij naar het lamenteren van de muizen. Hij wilde precies weten waar het vandaan kwam. Tot hij vier muizenoogjes zag. ‘Kom eens naar buiten, dan heb ik voor jullie een levensles’, kraste hij ze toe met zijn vriendelijkste deuntje. ‘We zullen wel wijzer wezen’, riepen de muizen terug. ‘Jullie zijn niet van lotje, dat moet ik jullie nageven’, antwoordde de uil. ‘Van de dierenwereld hebben jullie verstand, maar de mensenwereld zit toch heel anders in elkaar. Rare kronkels hebben die. De merel die een worm doormidden knipt laten ze zijn gang gaan, maar een ekster die een mees grijpt, die draaien ze het liefste de nek om. Hun huiskat, toch bepaald geen lieverdje, dat weten jullie wel, die kan geen kwaad doen. Zelfs niet als hij een lief vogeltje grijpt – laat staan een van jullie soort. Het is maar goed dat ze niet weten wat ik ’s nachts allemaal uitspook. De mensen willen alleen gezellige dieren om zich heen. De andere zitten in de hoek waar de klappen vallen. Zoals jullie.’
De uil ging verder, hij kwam op dreef. ‘Wij dieren doen gewoon ons ding. Maar mensen, die denken in goed en slecht. Die duwen je in het goede kamp of in het slechte. Ik begrijp niet waarom ze het zo hoog in de bol hebben. Ze doen alsof ze boven ons staan. Wist je dat ze slecht gedrag ‘beestachtig’ noemen? Wat een dédain. Wat een onwetendheid.
‘Ik zou er niet mee zitten, hoor’, zei de uil, terwijl hij geruisloos wegvloog de avondschemer in. ‘Daar is het leven te kort voor’, riep hij nog over zijn schouder. Maar dat vonden de muizen een slechte grap.
En daarna, in alle vriendelijkheid, at hij ze op toen hij de kans zag?
Maar inderdaad, dat is nog niks vergeleken met wat wij mensen doen.
LikeLike
Sterker nog, Toine, het verschilt er fundamenteel van: in hun amorele wereld kunnen dieren zich niet immoreel gedragen.
LikeLike