2 oktober 2019
Het is nog halfdonker als ijle tonen opstijgen uit het struikgewas. Er zijn weer koperwieken in het land. Af en toe klinkt ook een droog ‘zit’. Dat zijn zanglijsters. De lijsters hebben vannacht gereisd en zijn nu ingevallen in de meidoorns voor een stevig ontbijt van meidoornbessen. Beide lijsterachtigen komen uit noordelijker broedgebied, vooral in Scandinavië. De zanglijsters zijn in de meerderheid; zij trekken altijd wat eerder door dan koperwieken.
Het begint licht te worden. Enkele honderden spreeuwen vliegen voorbij. Het is de laatste weken een vast patroon: spreeuwen die in zuidwestelijke richting voorbijtrekken. De groepen worden steeds groter.
Eclips
Er zijn ook weer veel eenden in de lucht. Een groep van meer dan vijftig wilde eenden is geland in het Riels Laag. Het water staat hoog waardoor ze alle ruimte hebben. De mannetjes zijn in vol ornaat. Ze hebben hun rui achter de rug. Een aantal weken hebben ze niet kunnen vliegen omdat hun slagpennen werden gewisseld. Om niet op te vallen hadden ze in de periode een zeer onopvallend verenkleed, het zogenoemde eclipskleed. Mannen lijken daarmee op vrouwen. We kennen de term ‘eclips’ als de verduistering van een hemellichaam. Maar Van Dale geeft ook een tweede — figuurlijke — betekenis: het verdwijnen uit de openbaarheid. Dat is precies was de eenden doen: vlak na het broedseizoen trekken ze zich diep in de moerassen terug om deze gevaarlijke periode door te komen. Die periode zit er nu op. Sommige mannetjes liggen al zij-aan-zij met een vrouwtje — een aanwijzing dat ze al een partner hebben veroverd.
De vogeltrek begint aardig op gang te komen. Af en toe vliegen kleine troepjes vinkjes over, een grote lijster, een koperwiek, wat veldleeuweriken en af en toe enkele boerenzwaluwen. Dertig aalscholvers vliegen in een strakke V zuidwest. In het kruidenveld in de laagte, waar ook steevast veel groenlingen en putters huizen, zijn twee paapjes neergestreken. Ze zitten op distels, in de buurt van roodborsttapuiten. Roodborsttapuiten en paapjes zijn nauw verwant. Toch zijn de paapjes een stuk reislustiger. De roodborsttapuiten zullen niet wegtrekken, of hooguit naar mediterrane streken. De paapjes zullen straks afreizen naar Afrika; daar zullen ze de Sahara oversteken om ergens in het open savannelandschap van West-Afrika de winter door te brengen.
De regenbuien van de afgelopen dagen hebben plassen gemaakt op de heide. Die plassen blijven op het zand staan vanwege de leemlaag die er net onder ligt. Ik loop dwars door het epicentrum van de veldleeuweriken. Met een vet tsjiruup vliegen zeven leeuweriken op. Ik vermoed dat dit de lokale broedvogels zijn.

Invasie
Steeds vliegen groepjes gaaien vrij hoog over. Als ik in het bos kom, wemelt het er van; overal vliegen ze op.
De gaaien gedragen zich heel anders dan ik gewend ben. De vogels die ik hier dagelijks zie, zijn luidruchtig en vliegen van hot naar her. De gaaien die nu voorbijkomen vliegen stilletjes van boomgroep naar boomgroep. Ze gaan bijna zonder uitzondering westwaarts. Dit moet wel trek zijn.

Later lees ik het op Nature Today: er is een invasie van gaaien gaande. Op trektelposten kwamen eind september wel tot zo’n 2000 vogels per dag langs. De vogels schijnen uit Midden-Europa te komen (vandaar hun westwaartse richting). Voedselschaarste wordt als reden van vertrek genoemd. Toch is het bij zulke enorme invasies waarschijnlijk meer dan voedselschaarste alleen. Voedseltekort houdt immers verband met het aantal vogels dat gevoed moet worden. Het zou goed kunnen dat gaaien jarenlang heel succesvol jongen produceerden, en nu met heel veel vogels het voedsel moeten delen. Voedsel dat niet alleen nodig is voor dagelijks gebruik, maar ook om een wintervoorraad aan te leggen. En als er dan ook nog eens een slecht jaar is qua eikels en beukennoten, dan moeten vele — vooral jonge vogels, omdat die ondergeschikt zijn — hun heil elders gaan beproeven.
In ons land gaat het in elk geval goed met de eikels en de beukennootjes. Door de warme zomers en winters hebben de eiken en beuken goed zaad gezet. De gaaien zijn druk in de weer met het verstoppen van eikels voor de winter. Ze zullen de nootjes met wat meer soortgenoten moeten gaan delen. Maar ik denk niet dat ze zich om de migranten al te sappel maken.
Dat is in de mensenmaatschappij tegenwoordig wel anders.
_____________________________
Bronnen:
Alerstam, T. 1993. Bird Migration, Cambridge University Press, Cambridge.
Newton I. 2006. Advances in the study of irruptive migration. Ardea 94:433-460.
Sovon op naturetoday.com 1 oktober 2019: Uitzonderlijk hoge aantallen gaaien tijdens invasiejaar.
Dag Piet. Ik lees sinds kort je weblog. Inge heeft me op het spoor er van gezet. Als geboren en getogen Goirlenaar heb ik een band met het gebied dat je zo treffend beschrijft. Ik geniet van je verhalen. Ze lezen als een roman.
Veel groeten.
Henk
LikeLike
Beste Henk, wat een mooie verrassing om langs deze weg van je te horen. Dank voor je aardige woorden! Hartelijke groet, Piet
LikeLike
Dag Piet. Bedankt voor een goede blog over de trekvogels. Ik heb weer vanochtend iets bijgeleerd. Ik denk dat dichters soms ook zoals eenden zijn. Ze trekken zich vaak in een eclips terug en willen niet herkenbaar zijn ter wille van overleving in een competitieve schrijverswereld.
LikeLike