4 augustus 2019
Door de bomen heen zie ik een donkere vogel langs de bosrand zwenken. Zware poten met grijpgrage klauwen steken eruit. Een houtduif vliegt geschrokken op. Op een holletje ga ik het bos uit naar de hei. Ik vang nog net het achteraanzicht op van een slechtvalk: strakke slanke vleugels steken uit een stevig lijf.
Het duurt niet lang of ik zie de roofvogel weer, dit keer achtervolgd door drie torenvalken. De slechtvalk is fors aan de maat, het moet een vrouwtje zijn. Laag over de heide vliegt ze weg, gaat omhoog en scheert weer achter een vogel aan. Dan raakt ze uit het zicht. Vijf minuten later komt een torenvalk terugvliegen en voegt zich weer bij zijn soortgenoten. De lastpost is nu ver genoeg weg.
Bedachtzame zwartrokken
Ik ga dwars over de heide en zie na een tijdje het silhouet van de slechtvalk in een dode eik. Nu kan ik de vogel beter zien. De bruine dekveren met lichte vleugeltoppen en de verticaal gestreepte borst en buik zijn typisch voor een jonge vogel. Ik vermoed dat ze op Westpoint geboren is. Ze moet haar thuisbasis, een grote nestkast op de Tilburgse wolkenkrabber, van hieruit kunnen zien. Maar voor rondkijken heeft ze weinig tijd. Ze gaat weer op jacht.
Ze heeft kraaien gezien. Die probeert ze te grijpen, maar de kraai zwenkt en gaat in een boom zitten, tezamen met een soortgenoot. De valk vliegt op de boom af om de zwartrok eruit te jagen. Als dat niet lukt gaat ze in dezelfde boom zitten, hipt van tak naar tak en probeert de kraaien in beweging te krijgen. Die weten maar al te goed dat ze beter kunnen blijven waar ze zijn. Een luchtgevecht tegen deze snelle jager zullen ze verliezen. Ze blijven rustig zitten, net buiten bereik van de rover. De jonge valk weet niet goed wat ze ermee aan moet. Dan ziet ze een sperwer vliegen. Ze verlaat de boom, jaagt wat weifelachtig achter de sperwer aan. Kansloos. Dan versnelt ze ineens, vliegt laag over de grond naar een houtduif, kruipt eronder en probeert de duif met een snelle opwaartse zwenking van onderaf te grijpen. Ze mist.
Lesje geleerd
Ze gaat hoger vliegen en komt dan een jong mannetje tegen, vermoedelijk haar broertje. Even vliegen ze samen op, maar dan maakt broerlief zich los en scheert met duizelingwekkende snelheid naar het Riels Laag. Daar zet hij een dalende jachtvlucht in en verdwijnt achter de bomen uit het zicht.
De kraaien verlaten intussen hun boom weer. De zwartrokken hebben de valk een lesje geleerd: zonder zorgvuldig beraamd aanvalsplan zullen al haar snelheid en kracht futiel blijken te zijn jegens ervaren prooidieren.
Geef een reactie