[Dit blog verscheen op 6 mei op Beleef de Lente – Slechtvalk, Vogelbescherming Nederland]
Waarom leggen slechtvalken niet meer dan drie, hooguit vier, eieren? De slechtvalken voeden nu met toewijding hun jongen. Toch zitten ze een deel van de dag te niksen. Kunnen ze niet nog wat meer hun best doen? Zouden ze dan niet meer eieren kunnen leggen en meer jongen grootbrengen?
Dat lijken ze inderdaad te kunnen. Torenvalken die — in een experiment — extra jongen ondergeschoven kregen, wisten die jongen ook groot te brengen. Als je niet verder kijkt, zou je zeggen dat ze dus best nog wat beter kunnen presteren.
Kalm aan doen
Groningse onderzoekers keken wel verder. Ze volgden de lotgevallen van de torenvalken — wat dankzij kleurringen mogelijk was. Wat bleek: van de oudervogels die logés opgedrongen hadden gekregen, gingen er in de opvolgende winter veel meer dood dan van torenvalken die deze extra last bespaard waren gebleven.
Nu kunnen we beter begrijpen waarom valken het zo kalm aan doen. Het verzorgen van de jongen — met alle jachtpartijen die daarvoor nodig zijn — kost al zoveel energie dat het te veel kruim kost als ze er nog een tandje bijzetten. Door natuurlijke selectie ‘weten’ de valken precies hoe hard ze moeten werken aan een broedsel om over hun hele leven zoveel mogelijk nageslacht te produceren. Daar stemmen ze de hoeveelheid eieren op af.
De man met de hamer
Het is als met een marathonloper: als hij meteen pijlsnel van start gaat en alles geeft, blijft hij vooralsnog alle andere lopers voor. Maar op een zeker moment in de wedstrijd zal hij de prijs moeten betalen. Dan komt de man met de hamer en zullen de anderen hem alsnog inhalen. Het gaat niet om de maximale, maar om de optimale snelheid.
Er zijn grenzen aan wat valken kunnen presteren. Dat valken liever lui dan moe zijn, moeten we zien als wijze terughoudendheid: het voorbijzien aan een maximum om een optimum te bereiken.
Geef een reactie